
Sealyham Terriër
De Sealyham Terriër is een laagbenige, grove en krachtige hond. Het lichaam is middelmatig lang.
Geschiedenis
De Sealyham Terriër is ontstaan door kruisingen van lokale Terriërs met de Dandie Dinmont en de West Highland White Terriër. Door kapitein John Edwards gefokt als rattenvanger en dashond. De honden werden reeds als pup getraind om ratten te doden. Als de dieren één jaar oud waren, werden ze bij een wilde kat losgelaten, en alleen de honden die erin slaagden de wilde kat te doden, mochten in leven blijven en zich voortplanten. De naam van dit ras is afkomstig van het landgoed Sealy Ham in Pembrokeshire, Wales, waar het ras rond 1850 voorkwam. Het ras werd in 1910 erkend.
Karakter
Als onafhankelijke hond is de Sealyham Terriër prima in staat om alleen gelaten te worden terwijl zijn baasjes werken, maar hij is ook opgewonden om zich op hun schoot te nestelen wanneer ze thuiskomen. Dit ras heeft echter de neiging om een meedogenloze blaffer te zijn; maar wel in mindere mate dan andere Terriër rassen. De Sealyham Terriër is misschien klein van stuk, maar hij begrijpt het concept hiervan niet.
Omdat hij tijdens het eten of spelen soms agressief kan zijn is dit ras niet geschikt voor gezinnen met jonge kinderen. Gezien zijn sterke instinct om te jagen, moet hij niet met katten of andere kleine dieren in één huis leven. Als hij met een andere hond in huis wordt opgevoed, kan de Sealyham Terriër er goed mee opschieten, wel kan hij wat gereserveerd zijn tegenover vreemde honden.
Gezondheid van de Sealyham Terriër
Sealyham Terriërs zijn behoorlijk gezonde honden; ze hebben wel enkele gezondheidsproblemen die veel voorkomen binnen het ras. Progressieve retinale apathie, lensluxatie, cataract, glaucoom en lacrimale punctuele aplasie lijken problematisch voor dit ras. Sealyham Terriërs hebben ook last van rugproblemen die vaak erg slopend kunnen zijn.
Verzorging
Sealyham Terriërs hebben middellange, dubbele vachten die weerbestendig zijn. De vacht is gemaakt om hem te beschermen tijdens het jagen op dassen, otters en vossen. De buitenlaag is vrij draadachtig terwijl de ondervacht zeer zacht aanvoelt. Dit kleur van de vacht moet echter volledig wit zijn; citroen- of bruiningsmarkeringen zijn vaak te vinden op de oren en de kop. De markeringen worden punten genoemd.
De vacht moet eigenlijk seizoensgebonden met de hand worden verzorgd, het met de hand strippen is erg tijdrovend. Als de vacht wordt geknipt, zal deze veel zachter aanvoelen maar zal hij wel meer haar verliezen. Baden moet seizoensgebonden worden gedaan, tenzij de hond natuurlijk vies is van de modder. De gemiddelde Sealyham Terriër moet meerdere keren per week grondig worden geborsteld. Dit helpt voorkomen dat de vacht verstrikt en mat wordt.
