
Riesenschnauzer
De Riesenschnauzer werd voorheen Russian Bear Schnauzer, Munich Schnauzer of Grote Schnauzer genoemd.
Geschiedenis
Men gaat ervan uit dat de Riesenschnauzer het resultaat is van kruisingen tussen rassen zoals de zwarte Duitse Dog, de Bouvier des Flandres en de Middenslag Schnauzer. Het Duitse woord "Schnauze" betekent snuit. In het verleden werd de Riesenschnauzer in Beieren gebruikt als veehoeder en later is hij door de politie en het leger gebruikt als bewakingshond.
Karakter
De Riesenschnauzer is een trouw, rustig en intelligent ras. Deze honden zijn zeer beschermend tegenover hun bazen en hun familie. De Riesenschnauzer is een aanhankelijke hond en hij houdt ervan om de hele tijd bij zijn baas in de buurt te zijn. Het is nodig om honden van dit ras goed duidelijk te maken wie er de baas is, want de Riesenschnauzer heeft de neiging om dominant te zijn. Het is nodig om met het africhten en het socialiseren te beginnen als de hond nog een puppy is. De Riesenschnauzer kan, wanneer hij niet goed is afgericht, wat agressief zijn tegen kinderen.
De Riesenschnauzer is een uitstekende bewakingshond. Deze hond kan de gedachten van zijn baas lezen. Het is een onafhankelijke hond. De Riesenschnauzer kan dominant zijn tegenover andere honden en daarom is zorgvuldige socialisatie een must. Gewoonlijk kan de Riesenschnauzer het redelijk goed vinden met andere dieren. Tegenover vreemden kan deze hond enigszins gereserveerd zijn. Honden van dit ras hebben de neiging om zeer veel te blaffen.
Gezondheid van de Riesenschnauzer
De Riesenschnauzer is vergeleken met vele andere hondenrassen meer gevoelig voor kanker, in het bijzonder teenkanker, welke vele Riesenschnauzer jaarlijks treft. Dit ras heeft ook een aanleg tot het krijgen van een maagtorsie en moet daarom twee tot drie keer per dag een kleinere maaltijd krijgen in plaats van eens per dag één grote maaltijd. Epilepsie en heupdysplasie horen ook tot de vaak voorkomende problemen bij dit ras. Net als alle honden moet de Riesenschnauzer de juiste verzorging krijgen en onder controle staan bij de dierenarts.
Verzorging
De Riesenschnauzer heeft een harde en draadharige vacht, die makkelijk kan worden onderhouden. De dichte ondervacht moet wekelijks worden geborsteld met een pennenborstel om te voorkomen dat deze gaat vervilten. De knopen moeten uit de vacht worden geknipt. Om de vacht op te tillen moet men eerst met de groeirichting van de haren mee borstelen en dan tegen de groeirichting in. De Riesenschnauzer moet minstens vier keer per jaar helemaal worden getrimd. De oren moeten regelmatig worden gecontroleerd. Deze honden hebben geen hondengeur en verliezen weinig tot geen haar.
