Dwergschnauzer

De Dwergschnauzer is afkomstig uit Duitsland, waar het ras al sinds de 15e eeuw wordt gefokt. Het ras is ontstaan door kruisingen tussen de Duitse Pinscher, de Duitse Staande Hond en de Duitse Schnauzer. De Dwergschnauzer werd oorspronkelijk gebruikt als werkhond, om boerderijen te beveiligen en om ratten en andere kleine dieren te verjagen. In de loop der tijd is het ras populair geworden als gezelschapshond en als showhond. Tegenwoordig is de Dwergschnauzer een geliefd ras als gezelschapshond en wordt het gewaardeerd om zijn intelligentie, vriendelijkheid en trouw.

Het ras behoort tot de groep van de schnauzers en wordt gekenmerkt door zijn kleine formaat en robuuste bouw. De Dwergschnauzer is een intelligent, vriendelijk en alert ras dat vaak gebruikt wordt als gezelschapshond, maar ook als werkhond. Het ras is geweldig als gezelschapshond voor gezinnen met kinderen en kan goed samenleven met andere huisdieren. Ook zijn ze zeer intelligent en leren snel nieuwe trucjes en commando's. Ze zijn echter wel een beetje eigenwijs en kunnen soms lastig zijn om te trainen als ze geen motivatie hebben. Al met al is de Dwergschnauzer een geweldige huisgenoot voor iemand die op zoek is naar een klein, intelligent en vriendelijk ras.

De Dwergschnauzer is over het algemeen een gezond en sterk ras. Zoals bij alle rassen zijn er echter bepaalde gezondheidsproblemen waarmee ze geconfronteerd kunnen worden. Enkele van de meest voorkomende gezondheidsproblemen bij de Dwergschnauzer zijn onder andere huidproblemen, oogaandoeningen en gebitsproblemen.

Hoewel de Dwergschnauzer weinig verhaart, moet deze hond iedere dag worden geborsteld. Om de draadharige textuur van de bovenvacht te behouden, kan deze beter geplukt worden dan geknipt. Maar omdat dit tijdrovend is, geven vele eigenaren van een Dwergschnauzer er de voorkeur aan om de vacht te knippen; dit laat men liefst door een professional doen. De haren rond de ogen en de oren worden getrimd. Bij de Dwergschnauzer moeten de langere haren op de benen en het gezicht niet zijdeachtig zijn. De ondervacht is zachter. De kleur is meestal grijs (zout en peper), maar ook wel zwart met zilver en zwart.